NJB 2023/136
Verval van het recht tot strafvervolging bij alsnog juiste en volledige aangifte doen, art. 69 lid 3 AWR (inkeerbepaling): in casu is de bepaling niet van toepassing nu de verdachte niet zelf alsnog de juiste en volledige administratie van haar escortbureau heeft verstrekt, noch dit op enigerlei wijze heeft bevorderd, maar dit door haar ex-partner is gedaan op eigen initiatief, uit rancune, en niet namens of als vertegenwoordiger van de verdachte. Bij de strafoplegging rekening houden met onjuiste belastingaangiften die niet aan de verdachte zijn tenlastegelegd: herhaling HR 19 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:896, waarin uiteen is gezet wanneer het de rechter vrijstaat om bij de strafoplegging rekening te houden met een niet tenlastegelegd feit. Dit is onder meer mogelijk wanneer het gaat om verdenking van grootschalige fiscale fraude. Dan kan dat grootschalige karakter van het delict een voor de straftoemeting relevante omstandigheid betreffen, ook al volstaat de tenlastelegging met de beschrijving van een beperkt aantal strafbare feiten. In casu is daarvan sprake.
HR 20-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1900
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00270
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1900, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:832, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2021
- Wetingang
(art. 69 AWR)
Essentie
Verval van het recht tot strafvervolging bij alsnog juiste en volledige aangifte doen, art. 69 lid 3 AWR (inkeerbepaling): in casu is de bepaling niet van toepassing nu de verdachte niet zelf alsnog de juiste en volledige administratie van haar escortbureau heeft verstrekt, noch dit op enigerlei wijze heeft bevorderd, maar dit door haar ex-partner is gedaan op eigen initiatief, uit rancune, en niet namens of als vertegenwoordiger van de verdachte. Bij de strafoplegging rekening houden met onjuiste belastingaangiften die niet aan de verdachte zijn tenlastegelegd: herhaling HR 19 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:896, waarin uiteen is gezet wanneer het de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.