RVR 2016/95
Onrechtmatige overheidsdaad. Is voor aansprakelijkheid van een gemeente jegens een benadeelde vereist dat de benadeelde belanghebbende is in de zin van de Awb?
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1454
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/01908
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924453:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Bouwen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1454, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:612, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2015
- Wetingang
Art. 6:162, 6:163 BW; art. 1:2 Awb
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Relativiteit en belanghebbendebegrip.
Is voor aansprakelijkheid van een gemeente jegens een benadeelde vereist dat de benadeelde belanghebbende is in de zin van de Awb?
Samenvatting
Op het perceel van grondeigenaar E is een windturbine aanwezig. In september 2003 dient E een bouwaanvraag in voor het mogen vervangen van een onderdeel van deze turbine. Vlak daarna wordt de windturbine in de vorm van een opstalrecht overgedragen aan eiseres 1, die het opstalrecht vervolgens inbrengt in eiseres 2, waarna eiseres 2 het op haar beurt inbrengt in eiseres 3.
Pas in 2006 wordt een beslissing genomen over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.