Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/819
IPR. Internationale kinderontvoering. Reikwijdte uitsluiting cassatieberoep art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderontvoering (Uwik). Bevoegdheid Nederlandse rechter tot kennisneming verzoek tot afgifte en teruggeleiding van kind ontvoerd naar staat die geen partij is bij Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV); commuun bevoegdheidsrecht (art. 3 onder a en c Rv).
HR 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1085
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 juli 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02124
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1085, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑07‑2019
Conclusie, Hoge Raad, 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
IPR. Internationale kinderontvoering. Reikwijdte uitsluiting cassatieberoep art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderontvoering (Uwik). Bevoegdheid Nederlandse rechter tot kennisneming verzoek tot afgifte en teruggeleiding van kind ontvoerd naar staat die geen partij is bij Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV); commuun bevoegdheidsrecht (art. 3 onder a en c Rv).
Samenvatting
De Uwik regelt ingevolge art. 2 niet alleen de uitvoering van de in art. 1 van die wet vermelde verdragen, waaronder het HKOV, maar is tevens van toepassing in de gevallen van internationale kinderontvoering die niet door een verdrag worden beheerst. Art. 13 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.