Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 4.2 Exploitatie dierentuin
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
11-10-2016, Stb. 2016, 383 (uitgifte: 28-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-2016, Stb. 2016, 384 (uitgifte: 28-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Het is verboden een dierentuin te exploiteren zonder een daartoe door Onze Minister verstrekte vergunning.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
- a.
inrichtingen waar wilde dieren worden gehouden van ten hoogste tien diersoorten, niet zijnde diersoorten genoemd in bijlage IIa;
- b.
inrichtingen die voldoen aan elk van de volgende voorschriften:
- 1°
naast wilde dieren van ten hoogste tien diersoorten worden in hoofdzaak dieren behorend tot de diersoorten of diercategorieën, genoemd in bijlage II bij dit besluit, gehouden;
- 2°
de dieren worden niet tijdelijk of langdurig ten behoeve van verzorging of verpleging opgevangen;
- c.
inrichtingen die voldoen aan elk van de volgende voorschriften:
- 1°
er worden wilde dieren van ten hoogste tien diersoorten gehouden;
- 2°
de dieren worden niet tijdelijk of langdurig ten behoeve van verzorging of verpleging opgevangen;
- 3°
het tentoonstellen van de dieren aan het publiek is van ondergeschikt belang voor de inrichting; of
- d.
inrichtingen waar dieren gedurende ten hoogste twaalf maanden voor verzorging of verpleging worden opgevangen en waar de dieren na het verstrijken van die periode weer in vrijheid worden gesteld of elders worden ondergebracht.
3.
De vergunning, bedoeld in het eerste lid, geldt tevens voor beperkte wijzigingen en uitbreidingen van een dierentuin, indien:
- a.
wordt voldaan aan deze paragraaf en de aan de vergunning verbonden beperkingen en voorschriften;
- b.
het voornemen tot het uitvoeren van de verandering door de vergunninghouder schriftelijk aan Onze Minister is gemeld; en
- c.
Onze Minister aan de vergunninghouder schriftelijk heeft verklaard dat de voorgenomen verandering voldoet aan deze paragraaf en de aan de vergunning verbonden beperkingen en voorschriften.