FED 2016/130
Geen vrijstelling voor pensioenlichaam met dividendbelastingarbitrage-activiteiten
HR 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2122, m.nt. H. Lohuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
15/03542
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
H. Lohuis
- JCDI
JCDI:ADS273937:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2122, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:173, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
- Wetingang
Art. 2 lid 1 letter e, art. 4 letter b, art. 5 lid 1 letter b Wet VPB 1969
Essentie
Geen vrijstelling voor pensioenlichaam met dividendbelastingarbitrage-activiteiten
Samenvatting
De subjectieve vrijstelling voor pensioenlichamen geldt niet voor een stichting die naast het uitvoeren van een pensioenregeling tevens omvangrijke andere werkzaamheden heeft. In casu drijft belanghebbende een effectenhandel en arbitrageonderneming. In deze onderneming maakt belanghebbende gebruik van haar (vermeende) vrijgestelde status als pensioenlichaam, waaraan kennelijk naar Belgisch belastingrecht het voordeel is verbonden dat op dividenduitkeringen aan belanghebbende geen Belgische dividendbelasting is verschuldigd. Die Belgische belastingpositie wordt benut door aandelen cum dividend te kopen en ex dividend te verkopen, waarbij posities via derivaten zijn afgedekt en een winst op de transacties wordt gemaakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.