NJ 2021/335
Verbintenissenrecht. Klachtplicht; toepassingsbereik; nalaten prestatie te verrichten.
HR 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1536
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/03288
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS372763:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1536, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2020
- Wetingang
Art. 6:89 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Klachtplicht; toepassingsbereik; nalaten prestatie te verrichten.
Samenvatting
De advocaat heeft na het zenden van een brief feitelijk niet meer de belangen van de cliënt behartigd en iedere verdere prestatie in het kader van de overeenkomst achterwege gelaten. Op een dergelijk nalaten om een overeengekomen prestatie te verrichten, is art. 6:89 BW niet van toepassing (vgl. HR 23 maart 2007, NJ 2007/176). Deze bepaling strekt immers ertoe de schuldenaar die een prestatie heeft verricht te beschermen omdat hij erop moet kunnen rekenen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.