V-N 2017/22.20
Uitgaven die niet in heffingsmaatstaf horen, mogen worden meegenomen bij vaststelling btw-forfait
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:714, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02240
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926278:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:714, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:90, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat niet van belang is dat bij de vaststelling van het forfait rekening is gehouden met uitgaven die volgens de Btw-richtlijn niet in de maatstaf van heffing behoren te worden begrepen. Een ondernemer kan hier namelijk bezwaar tegen maken, en het juiste bedrag aannemelijk maken.
Samenvatting
Tot het bedrijfsvermogen van X bv hoort een auto die X bv ter beschikking stelt aan haar directeur. X bv brengt de op het gebruik en aanschaf van de auto drukkende btw volledig in aftrek. In de btw-aangiften van het jaar 2011 maakt X bv gebruik van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.