AB 2022/174
Ex tunc-beoordeling in bezwaar, effectieve rechtsbescherming, Dienstenrichtlijn
ABRvS 22-12-2021, ECLI:NL:RVS:2021:2918, m.nt. J. Wieland
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 december 2021
- Magistraten
Mrs. N. Verheij, P.H.A. Knol, W. den Ouden
- Zaaknummer
202100064/1/A
- Noot
J. Wieland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS646099:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Rechtsbescherming
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2021:2918, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑12‑2021
- Wetingang
Art. 7:11 lid 1 Awb
Essentie
Beginsel van effectieve rechtsbescherming noopt tot ex tunc-beoordeling in bezwaar.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak van het Hof wordt het in Unierechtelijke zaken toepasselijke procesrecht bij gebreke van Unierechtelijke voorschriften beheerst door de beginselen van gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming. Op grond van het beginsel van effectieve rechtsbescherming moet een particulier de bescherming van zijn door het Unierecht toegekende rechten doeltreffend in rechte kunnen afdwingen (…). Door de Regeling 2022 ook toe te passen in lopende procedures tegen afwijzingen van aanvragen die reeds vóór de vergunningstop zijn gedaan, zijn die procedures zinledig gemaakt. In de kern wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.