RFR 2012/92
Internationale kinderontvoering. Dienen de weigeringsgronden van art. 13 lid 1 HKOV ambtshalve te worden getoetst?
HR 08-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW4002
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/05548
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BW4002
- JCDI
JCDI:ADS911917:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW4002, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW4002, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2012
- Wetingang
Essentie
Internationale kinderontvoering.
Dienen de weigeringsgronden van art. 13 lid 1 HKOV ambtshalve te worden getoetst?
Samenvatting
Moeder en vader hebben van 1999 tot 2007 met elkaar samengeleefd in Texas en hebben een kind gekregen. De vader heeft de Amerikaanse nationaliteit; de moeder en het kind hebben de Nederlandse en de Amerikaanse nationaliteit. De ouders zijn ‘Joint Managing Conservators’ over het kind op grond van een vonnis van The District Court in Texas van 17 februari 2009. Moeder is op 30 maart 2010 met het kind naar Nederland vertrokken. Direct voor het vertrek was de gewone verblijfplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.