Wet tot inschrijving van arbeidskrachten 1945 BES
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
19-06-2013, Stb. 2013, 236 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33556)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2013, Stb. 2013, 261 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het is den werkgever verboden een arbeider in zijn dienst te hebben, die niet voldoet aan het gestelde in artikel 3, lid 1, dezer wet.
2.
De werkgever is verplicht binnen acht maal vier en twintig uren, nadat hij een arbeider in zijn dienst heeft genomen, hiervan melding te maken in het werkboekje van den arbeider. Deze verplichting bestaat niet, indien de dienstverhouding minder dan zes achtereenvolgende dagen (Zon- en feestdagen niet medegerekend) heeft geduurd. Indien de werkgever den dag van indiensttreding heeft ingeschreven, moet hij ook den dag van uitdiensttreding inschrijven. Onder feestdagen worden ten deze verstaan de Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Christelijke tweede Paaschdag, Hemelvaartsdag, Christelijke tweede Pinksterdag, verjaardag van de Koning en de beide Kerstdagen.
3.
Ingeval van overlijden van den werkgever en in alle gevallen, waar deze in de onmogelijkheid zou zijn om in het werkboekje den datum van uitdiensttreding te schrijven, geschiedt zulks door de autoriteit, die den arbeider het werkboekje uitreikte.