Wet tot inschrijving van arbeidskrachten 1945 BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
De arbeider is behoudens vrijstelling als bedoeld in het zesde lid van dit artikel, verplicht een werkboekje te hebben, hetwelk hem wordt uitgereikt vanwege het bestuurscollege.
2.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen wordt alles geregeld wat de vorm en de uitgifte van het werkboekje betreft, alsmede de prijs ervan.
3.
Het werkboekje vermeldt de namen, de voornamen, den geboortedatum, de plaats van geboorte, het geslacht, de woonplaats, de nationaliteit, den burgerlijken staat, het aantal kinderen tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, welke te zijnen laste zijn en het beroep of ambacht van den arbeider. Indien de geboortedatum of de nationaliteit niet vaststaat, wordt zulks in het werkboekje aangeteekend.
4.
Het werkboekje, hetwelk binnen twee maal vier en twintig uren, nadat de dienstbetrekking een aanvang heeft genomen, aan den werkgever overhandigd moet worden, blijft tot op het tijdstip, in artikel 8 lid 1 bepaald, onder berusting van den werkgever. De houder van het werkboekje moet dit op aanvrage van de controleerende ambtenaren onmiddellijk ter inzage toonen.
5.
Bij verlies of in ongereede raken van het werkboekje kan een nieuw boekje worden uitgereikt. Indien aan den arbeider een of meer werkboekjes reeds werden uitgereikt, moet het nieuwe daarvan melding maken.
6.
Op verzoek van den betrokken werkgever is het bestuurscollege bevoegd aan arbeiders van vreemde nationaliteit, voor den duur van een jaar voorwaardelijk of onvoorwaardelijk vrijstelling te verleenen van de verplichting tot het hebben van een werkboekje, indien deze arbeiders zich reeds in het buitenland verbonden hebben tot het verrichten van arbeid, uitsluitend in dienst van dien werkgever. Deze vrijstelling kan telkens voor den duur van een jaar verlengd worden.