RAV 2018/54
Aansprakelijkheid faillissementscurator. Kan curator pro se en q.q. aansprakelijk gehouden worden door een schuldeiser van gefailleerde, indien – nadat het faillissement is opgeheven omdat de gefailleerde over voldoende middelen blijkt te beschikken – toch een van de schuldeisers niet kan worden voldaan?
HR 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:471
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 maart 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00462
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929087:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:471, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1433, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2017
- Wetingang
Art. 6:101, 6:162 BW; art. 68 Fw
Essentie
Aansprakelijkheid faillissementscurator.
Kan curator pro se en q.q. aansprakelijk gehouden worden door een schuldeiser van gefailleerde, indien - nadat het faillissement is opgeheven omdat de gefailleerde over voldoende middelen blijkt te beschikken – toch een van de schuldeisers niet kan worden voldaan?
Samenvatting
Verweerster in cassatie (V) heeft een vordering op de vof A (A). V legt ter zake van deze vordering beslag op onroerende zaken van A, die enige tijd nadien failleert. Tegen de faillietverklaring wordt door A hoger beroep ingesteld. In beroep wordt het faillissement van A vernietigd. Reden is dat de aanvraagster met A – volgens informatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.