NJB 2018/231
De Centrale Raad van Beroep deelt niet het standpunt van betrokkenen dat op de Nederlandse staat een juridische verplichting rust tot uitbetaling van achterstallige salarissen. De Hoge Raad heeft hierover in de jaren vijftig al uitspraken gedaan. De Uitkeringsregeling Backpay is niet gebaseerd op een wettelijk voorschrift en heeft het karakter van ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’. De bestuursrechter mag niet beoordelen of dit beleid, waaronder de peildatum van 15 augustus 2015, redelijk is. De bestuursrechter mag alleen beoordelen of de minister de regeling consequent heeft toegepast. Dat is het geval. Omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de voormalige ambtenaren of militairen op 15 augustus 2015 in leven waren, houden de afwijzingen stand
CRvB 11-01-2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
11 januari 2018
- Magistraten
Mrs. Van Vulpen-Grootjans, Bootsma, Kraefft
- Zaaknummer
17/3811 AW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Ambtenarenrecht / Pensioen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2018:1, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 11‑01‑2018
- Wetingang
(art. 3 Regeling Backpay)
Essentie
De Centrale Raad van Beroep deelt niet het standpunt van betrokkenen dat op de Nederlandse staat een juridische verplichting rust tot uitbetaling van achterstallige salarissen. De Hoge Raad heeft hierover in de jaren vijftig al uitspraken gedaan. De Uitkeringsregeling Backpay is niet gebaseerd op een wettelijk voorschrift en heeft het karakter van ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’. De bestuursrechter mag niet beoordelen of dit beleid, waaronder de peildatum van 15 augustus 2015, redelijk is. De bestuursrechter mag alleen beoordelen of de minister de regeling consequent heeft toegepast. Dat is het geval. Omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de voormalige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.