De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener jegens de niet-particuliere cliënt
Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/1.4:1.4 Plan van aanpak
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/1.4
1.4 Plan van aanpak
Documentgegevens:
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS367898:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
In paragraaf 3.3 komt aan de orde dat de onrechtmatige daad en wanprestatie de privaatrechtelijke grondslagen zijn waarin de civielrechtelijke zorgplicht tot uitdrukking kan komen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De opbouw van dit proefschrift volgt de lijn zoals uiteengezet is bij de methode in paragraaf 1.2. In hoofdstuk twee komt de MiFID-loyaliteitsverplichting aan bod zoals zij voortvloeit uit MiFID jegens niet-particuliere cliënten. MiFID maakt bij de bepaling van de omvang van de MiFID-loyaliteitsverplichting in een concreet geval een onderscheid tussen professionele en niet-professionele cliënten. Allereerst komt aan de orde dat een niet-particuliere cliënt de ene keer een professionele cliënt zal zijn, de andere keer een niet-professionele cliënt. Vervolgens wordt daarom zowel de MiFID-loyaliteitsverplichting bij de niet-professionele als professionele cliënt uiteengezet.
Nadat de MiFID-loyaliteitsverplichting jegens de niet-particuliere cliënt is besproken, komt in hoofdstuk drie de civielrechtelijke zorgplicht aan bod. Allereerst definieer ik deze civielrechtelijke zorgplicht en analyseer ik de jurisprudentie van de Hoge Raad over de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener tegenover particuliere cliënten, om vervolgens daaruit concrete deelverplichtingen te kunnen destilleren. Daarnaast komt de rechtspraak over renteswaps aan bod, omdat daarin voor het eerst niet-particuliere cliënten centraal staan. Verder bespreek ik in hoofdstuk drie ook de overige vereisten waaraan voldaan moet zijn alvorens een cliënt schadevergoeding toekomt op grond van onrechtmatige daad of wanprestatie.1 De aard van de relatie – beleggingsdienstverlening – werkt namelijk niet alleen door in de verplichtingen die op de beleggingsdienstverlener rusten, maar kan ook van invloed zijn op de andere vereisten voor aansprakelijkheid.
In hoofdstuk vier volgt de synthese. Ik beargumenteer in welke verhouding beide normenstelsels – de MiFID-loyaliteitsverplichting en de civielrechtelijke zorgplicht die tot op heden uit de jurisprudentie van de Hoge Raad voortvloeit – tot elkaar staan en waarom dat zo is. Daarna bied ik een juridisch kader van de omvang van de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener ten aanzien van de niet-particuliere cliënt. Uiteindelijk volgt in hoofdstuk vijf een korte samenvattende conclusie.
Dit onderzoek is afgesloten op 28 februari 2017. Jurisprudentie en literatuur daarna verschenen is nog maar sporadisch verwerkt in dit onderzoek.