V-N 2021/37.1.6
Rechter ziet geen reden om stukken buiten beschouwing te laten. Lopende procedure HR
Hof 's-Hertogenbosch 17-06-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:1848
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
17 juni 2021
- Zaaknummer
20/00128
20/00129
20/00130
20/00131
20/00132
20/00133
20/00134
20/00135
20/00136
20/00137
20/00138
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2021:1848, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 17‑06‑2021
ECLI:NL:GHSHE:2020:1113, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de stukken van de nieuwe gemachtigde onjuiste verwijzingen en foutieve kopjes bevatten maar door die kennelijke verschrijvingen is niet onduidelijk in hoeverre die passages van belang zijn voor de stellingen van X bv. Voor ingrijpen op grond van art. 8:32a Awb is dus geen reden.
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor diverse auto’s en maakt vervolgens bezwaar tegen de aldus voldane BPM. In hoger beroep oordeelt het hof bij wijze van tussenuitspraak dat tegen de gemachtigde ernstige bezwaren bestaan, zodat zowel hij als twee bv’s niet meer als gemachtigde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.