WR 2012/41
Huurprijs woonruimte: redelijkheid verzoek tot huurprijsverlaging: maatstaf onevenredige aantasting rechten verhuurder als eigenaar van de woning; arrest EHRM Hutten-Czapska/Polen; onderzoek huurcommissie ex art. 5 UHW; wanverhouding exploitatiekosten en huuropbrengsten onvoldoende onderbouwd (vervolg op WR 2011/60)
Hof Amsterdam 01-11-2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BU2961
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
1 november 2011
- Magistraten
Mrs. G.B.C.M. van der Reep, J.W. Hoekzema, D.J. Oranje
- Zaaknummer
200.065.833/01
- LJN
BU2961
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2011:BU2961, Uitspraak, Hof Amsterdam, 01‑11‑2011
- Wetingang
(art. 1 Eerste Protocol EVRM; art. 7:254 BW; art. 7:262 BW; art. 5 UHW)
Essentie
Huurprijs woonruimte: redelijkheid verzoek tot huurprijsverlaging: maatstaf onevenredige aantasting rechten verhuurder als eigenaar van de woning; arrest EHRM Hutten-Czapska/Polen; onderzoek huurcommissie ex art. 5 UHW; wanverhouding exploitatiekosten en huuropbrengsten onvoldoende onderbouwd (vervolg op WR 2011/60)
Samenvatting
Of de wettelijke huurprijsbepalingen buiten toepassing moeten blijven hangt vooral af van de uitkomst van de toepassing van die wettelijke bepalingen in dit specifieke geval. De huurovereenkomst dateert van vóór 1 juli 1994 en daarom zijn daarop in beginsel de dwingendrechtelijke huurprijsbepalingen van toepassing. Dit wettelijke systeem gaat uit van een zogenaamde ‘redelijke huurprijs’. Verhuurder heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.