FED 2011/95
Hof geeft onjuiste uitleg aan het begrip ‘kwade trouw’
HR 30-09-2011, BT5846 (Beroepschrift), m.nt. M.E. Oenema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2011
- Magistraten
J.W. van den Berge, C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
10/01297
- Noot
M.E. Oenema
- LJN
BT5846
- JCDI
JCDI:ADS173752:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT5846, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2011
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Hof geeft onjuiste uitleg aan het begrip ‘kwade trouw’
Uitspraak
Het geschil betreft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2002.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbendes belastingadviseur bij het doen van de aangifte voor het jaar 2002 te kwader trouw was in de zin van artikel 16, lid 1, tweede volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en dat die kwade trouw aan belanghebbende kan worden toegerekend. Het heeft daartoe in onderdeel 4.8 van zijn uitspraak overwogen dat de belastingadviseur, gezien de door belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.