Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit artikel treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De leden van het Constitutioneel Hof als bedoeld in het tweede lid van artikel 32 kunnen door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in raadkamer, op requisitoir van de procureur-generaal van een der landen bij een met redenen omkleed vonnis uit hun ambt worden ontslagen op de gronden genoemd in artikel 56, eerste lid, onder 1°, 2° en 3°.
2.
De procureur-generaal deelt zijn voornemen om het ontslag uit het ambt van een lid van het Constitutioneel Hof te vorderen onmiddellijk aan de betrokkene mede en stelt hem in staat een verweerschrift bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in te dienen.
3.
Het tweede en het derde lid van artikel 33 zijn van overeenkomstige toepassing.