Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2023/1544 tot vaststelling van geharmoniseerde regels inzake de aanwijzing van aangewezen vestigingen en de aanstelling van wettelijke vertegenwoordigers ten behoeve van de vergaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2023
- Bronpublicatie:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1544)
- Inwerkingtreding
18-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1544)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1)
‘dienstaanbieder’: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meer van de volgende categorieën diensten verleent, met uitzondering van financiële diensten als bedoeld in artikel 2, lid 2, punt b), van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad (1):
- a)
elektronische-communicatiediensten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, van Richtlijn (EU) 2018/1972;
- b)
diensten in verband met internetdomeinnamen en IP-nummering, zoals de toewijzing van IP-adressen, domeinnaamregisters en -registrators en met domeinnamen verband houdende privacy- en proxydiensten;
- c)
andere diensten van de informatiemaatschappij zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2015/1535, die:
- i)
hun gebruikers in staat stellen met elkaar te communiceren, of
- ii)
het mogelijk maken gegevens op te slaan of anderszins te verwerken namens de gebruikers aan wie de dienst wordt aangeboden, op voorwaarde dat gegevensopslag een wezenlijk onderdeel is van de aan de gebruiker aangeboden dienst;
- 2)
‘diensten aanbieden op het grondgebied van een lidstaat’:
- a)
natuurlijke of rechtspersonen in een lidstaat in staat stellen om gebruik te maken van de in punt 1 vermelde diensten, en
- b)
beschikken over een op specifieke feitelijke criteria gebaseerde wezenlijke band met de in punt a) bedoelde lidstaat; een dergelijke wezenlijke band wordt geacht te bestaan wanneer de dienstaanbieder een vestiging in die lidstaat heeft of, als dat niet het geval is, wanneer er sprake is van een aanzienlijk aantal gebruikers in die lidstaat of wanneer zijn of haar activiteiten op die lidstaat zijn gericht;
- 3)
‘diensten aanbieden in de Unie’:
- a)
natuurlijke of rechtspersonen in een lidstaat in staat stellen om gebruik te maken van de in punt 1) vermelde diensten, en
- b)
beschikken over een op specifieke feitelijke criteria gebaseerde wezenlijke band met de in punt a) bedoelde lidstaat; een dergelijke wezenlijke band wordt geacht te bestaan wanneer de dienstaanbieder een vestiging in een lidstaat heeft of, als dat niet het geval is, wanneer er sprake is van een aanzienlijk aantal gebruikers in één of meer lidstaten of wanneer activiteiten op één of meer lidstaten zijn gericht;
- 4)
‘vestiging’: een entiteit die daadwerkelijk voor onbepaalde tijd een economische activiteit uitoefent door middel van een duurzame infrastructuur van waaruit diensten worden verstrekt of van waaruit het bedrijf wordt geleid;
- 5)
‘aangewezen vestiging’: een vestiging met rechtspersoonlijkheid die schriftelijk is aangewezen door een dienstaanbieder die is gevestigd in een lidstaat die deelneemt aan een rechtsinstrument zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, voor de doeleinden zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 3, lid 1;
- 6)
‘wettelijke vertegenwoordiger’: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die schriftelijk is aangesteld door een dienstaanbieder die niet is gevestigd in een lidstaat die deelneemt aan een rechtsinstrument zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, voor de doeleinden zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 3, lid 1.
Voetnoten
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).