NJ 2022/131
Schuldsanering. Hoger beroep tegen beslissing rechter-commissaris (art. 315 Fw); ontvankelijkheid cassatieberoep (art. 360 Fw); doorbrekingsgrond. Termijn cassatieberoep.
HR 12-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1676, m.nt. F.M.J. Verstijlen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02791
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS640355:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1676, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2021
- Wetingang
Samenvatting
Tegen een beschikking ingevolge art. 315 lid 1 Fw staat op grond van art. 360 Fw geen hogere voorziening open, behalve in de gevallen waarin het tegendeel is bepaald, en behoudens de mogelijkheid van cassatie in het belang der wet. Verzoekers doen met de klacht dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden, een beroep op een doorbrekingsgrond. In zoverre staat het rechtsmiddelenverbod niet in de weg aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.