Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer
Artikel 3 [Voorwaarden terugkoop VoV-woning]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
De vrijstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel t, van de wet, is van toepassing onder de volgende voorwaarden:
- a.
uit het verkoopregulerend beding bij de eerdere verkrijging blijkt een zelfbewoningsplicht voor de eerdere verkrijger;
- b.
ten tijde van de eerdere verkrijging is de waarde van de woning, bedoeld in artikel 52 van de wet, zonder rekening te houden met het verkoopregulerend beding, niet hoger dan de ten tijde van de eerdere verkrijging geldende woningwaardegrens, genoemd in artikel 15, eerste lid, onderdeel p, onder 4° van de wet, dan wel niet hoger dan € 400.000 indien de woning is verkregen vóór 1 april 2021;
- c.
de woning is bij de eerdere verkrijging verkregen met een koperskorting van ten minste 10% en ten hoogste 50% van de waarde van die woning ten tijde van de eerdere verkrijging;
- d.
uit de notariële akte van levering waarin de verkrijging wordt vastgelegd blijkt dat is voldaan aan de onderdelen b en c;
- e.
bij vervreemding door de natuurlijk persoon geldt dat de natuurlijk persoon de verkregen koperskorting geheel of gedeeltelijk moet terugbetalen aan de verkrijger, of dat de verkrijger in bepaalde mate deelt in de tussentijdse waardeontwikkeling.