Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
13-12-2001, Stb. 2001, 645 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2001, Stb. 2001, 645 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- a.
De waarde van een canon, een retributie of een huur van het leven van één persoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met:
16,
wanneer degene gedu-
jonger dan 20 jaar is,
15,
rende wiens leven de
20 jaar of ouder, doch jonger dan 30 jaar is,
14,
schuldplichtigheid
30 jaar of ouder, doch jonger dan 40 jaar is,
13,
moet plaatshebben
40 jaar of ouder, doch jonger dan 50 jaar is,
12,
50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 jaar is,
11,
55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is,
10,
60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar is,
8,
65 jaar of ouder, doch jonger dan 70 jaar is,
7,
70 jaar of ouder, doch jonger dan 75 jaar is,
5,
75 jaar of ouder, doch jonger dan 80 jaar is,
4,
80 jaar of ouder, doch jonger dan 85 jaar is,
3,
85 jaar of ouder, doch jonger dan 90 jaar is,
2,
90 jaar of ouder is.
- b.
De waarde van een canon, een retributie of een huur die na een bepaalde tijd vervalt, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende welke zij bestaat, iedere euro berekend tegen de volgende bedragen:
indien de schuldplichtigheid afhankelijk is van het leven van een persoon
indien de schuldplichtigheid niet van het leven afhankelijk is
jonger dan 40 jaar
40 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar
60 jaar of ouder
het eerste vijftal jaren
0,84
0,83
0,75
0,85
het tweede vijftal jaren
0,62
0,60
0,40
0,64
het derde vijftal jaren
0,46
0,42
0,15
0,48
het vierde vijftal jaren
0,34
0,28
0,04
0,36
het vijfde vijftal jaren
0,25
0,18
0,02
0,28
de volgende jaren
0,12
0,06
—
0,15
- c.
De waarde van een canon, een retributie of een huur voor onbepaalde tijd, die niet van het leven afhankelijk is, wordt gesteld op het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.
- d.
De overeenkomstig onderdeel b berekende waarde kan, indien de schuldplichtigheid:
- 1.
van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan de waarde die verkregen zou zijn, wanneer de schuldplichtigheid niet tevens na een bepaalde tijd zou vervallen;
- 2.
niet van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.
- e.
Een canon, een retributie of een huur die vervalt bij het overlijden:
- 1.
van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren jonger is dan de jongste van de vorenbedoelde personen;
- 2.
van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren ouder is dan de oudste van de vorenbedoelde personen.
- f.
Een canon, een retributie of een huur tot een onzeker jaarlijks bedrag wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot het geschatte gemiddelde jaarlijkse bedrag.
- g.
De waarde van een schuldplichtigheid, niet vallende onder een van de vorige leden, wordt gesteld op het bedrag waarvoor zodanige schuldplichtigheid zou kunnen worden verkocht.
- h.
Een canon, een retributie of een huur tot andere zaken dan geld, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot een jaarlijks bedrag gelijk aan de waarde welke aan die zaken in het economische verkeer kan worden toegekend.