FED 2018/153
Welk absoluut bedrag aan belasting omkering van de bewijslast als gevolg van het niet-doen van de vereiste aangifte rechtvaardigt is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het geval
HR 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1358, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 augustus 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Groeneveld, Cools
- Zaaknummer
17/04145
17/04146
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
E. Thomas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274147:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1312, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:HR:2018:1358, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Welk absoluut bedrag aan belasting omkering van de bewijslast als gevolg van het niet-doen van de vereiste aangifte rechtvaardigt is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het geval
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt in de onderhavige uitspraak (r.o. 2.3.2):
- I
De vereiste aangifte is niet gedaan, indien aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast is vastgesteld dat sprake is van één of meer gebreken die ertoe leiden dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting.
- II.
Tevens is vereist dat het bedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.