V-N 2019/12.23
Geen kennelijk onbehoorlijk bestuur voor niet betalen naheffingsaanslag
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:284, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/00983
18/00984
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18641:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:285, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:HR:2019:284, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de melding van betalingsonmacht rechtsgeldig is omdat het niet aan opzet of grove schuld van de bv is te wijten dat de verschuldigde loonbelasting meer beloopt dan conform de aangiften is betaald. De omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer is dan conform de aangiften is afgedragen, kan niet als verwijt jegens de aansprakelijk gestelde bestuurder worden gebruikt.
Samenvatting
Mevrouw X is directeur-grootaandeelhouder van een bv, die een uitzendbureau exploiteert. In 2006 blijkt bij een boekenonderzoek dat door de boekhouder op grote schaal is gesjoemeld met (reis)kostenvergoedingen van Poolse bouwvakkers en slagers. Tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.