RvdW 2018/592
Partneralimentatie. Definitieve beëindiging alimentatieverplichting binnen twaalfjaarstermijn van art. 1:157 lid 4 BW; hoge motiveringseisen; maatstaf; lotsverbondenheid? Beëindiging op datum in verleden; vereiste behoedzaamheid; motiveringseisen; art. 1:160 BW.
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02828
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:49, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2017
- Wetingang
Art. 1:157, 1:160 BW
Essentie
Partneralimentatie. Definitieve beëindiging alimentatieverplichting binnen twaalfjaarstermijn van art. 1:157 lid 4 BW; hoge motiveringseisen; maatstaf; lotsverbondenheid? Beëindiging op datum in verleden; vereiste behoedzaamheid; motiveringseisen; art. 1:160 BW.
In gevallen waarin art. 1:157 lid 4 BW van toepassing is, moeten hoge motiveringseisen worden gesteld aan beslissingen die het recht op een bijdrage voor levensonderhoud van de ene gewezen echtgenoot jegens de andere (praktisch) definitief doen eindigen voordat de in deze bepaling genoemde periode van twaalf jaar is verstreken. De rechter kan, buiten het in de wet geregelde geval van art. 1:160 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.