NJB 2014/1785
Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: de enkele mededeling van de verdachte dat hij ‘zijn rechten kent’ levert in casu géén ondubbelzinnige afstand van het Salduz-recht op. Bewijsuitsluiting van vruchten van de bekennende verklaring van de verdachte die hij heeft afgelegd nadat hij geconfronteerd was met de inhoud van ten onrechte niet vernietigde geheimhoudersgesprekken: in casu schiet de motivering van het hof tekort om in cassatie te kunnen toetsen in hoeverre het bewijsmateriaal daadwerkelijk kan worden aangemerkt als uitsluitend en rechtstreeks gevolg van het eerder verkregen nadien uitgesloten bewijsmateriaal (vgl. HR 19 februari 2013, NJ 2013/308). Binnentreden vanwege verdenking van overtreding van de Wet wapens en munitie: zodanige verdenking kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie, ook wanneer die informatie is vervat in een CIE-melding. In casu onbegrijpelijk oordeel dat aan de CIE-informatie waarvan de betrouwbaarheid kennelijk niet kon worden vastgesteld, geen redelijk vermoeden van de aanwezigheid van wapens en munitie kan worden ontleend, mede in aanmerking genomen dat tot doorzoeking is overgegaan nadat een verbalisant had geconstateerd dat in het Xpol-systeem is geregistreerd dat tegen de verdachte aangifte is gedaan ter zake van bedreiging met een vuurwapen
HR 16-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2670
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
11/05188
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2670, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1613, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2012
- Wetingang
Essentie
Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: de enkele mededeling van de verdachte dat hij ‘zijn rechten kent’ levert in casu géén ondubbelzinnige afstand van het Salduz-recht op. Bewijsuitsluiting van vruchten van de bekennende verklaring van de verdachte die hij heeft afgelegd nadat hij geconfronteerd was met de inhoud van ten onrechte niet vernietigde geheimhoudersgesprekken: in casu schiet de motivering van het hof tekort om in cassatie te kunnen toetsen in hoeverre het bewijsmateriaal daadwerkelijk kan worden aangemerkt als uitsluitend en rechtstreeks gevolg van het eerder verkregen nadien uitgesloten bewijsmateriaal (vgl. HR 19 februari 2013, NJ 2013/308). Binnentreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.