Hof Amsterdam, 20-03-2019, nr. 23-001240-18
ECLI:NL:GHAMS:2019:1493
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
20-03-2019
- Zaaknummer
23-001240-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2019:1493, Uitspraak, Hof Amsterdam, 20‑03‑2019; (Hoger beroep)
Uitspraak 20‑03‑2019
Inhoudsindicatie
Bevestiging vonnis met uitzondering van de strafoplegging.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001240-18
datum uitspraak: 20 maart 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
van de economische kamer van de rechtbank Amsterdam van 27 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-994058-17 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door economische kamer van de rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen
hem onder 3 is ten laste gelegd, evenals van het ter beschikking stellen van 150 cobra’s 6 aan [naam 1], hetgeen aan hem onder 1 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor
de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
6 maart 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten
aanzien van de strafoplegging en de motivering daarvan. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.
Oplegging van straffen en maatregel
De economische kamer van de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Aan deze voorwaardelijke straf heeft de rechtbank bijzondere voorwaarden verbonden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden
veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeventig dagen en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een proeftijd van drie jaren. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De raadsman heeft verzocht geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf of taakstraf op te leggen,
maar eventueel wel elektronische controle als bijzondere voorwaarde op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregel bepaald op grond van de ernst van
de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk vervoerd in een bestelbus en opgeslagen in de schuur bij het woonhuis van zijn moeder. Ook is bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan één specifieke verkoop van professioneel vuurwerk, namelijk 150 stuks cobra 6. Het brandgevaar en het explosiegevaar dat bestaat bij het (gedurende enige tijd en zonder deugdelijke voorzorgsmaatregelen, in een schuur) opslaan van dergelijk vuurwerk (zonder dat zijn moeder, dan wel buren, daarvan wisten) brengt onaanvaardbare risico’s met zich voor de omwonenden, net zoals het op een later moment tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk voor eventuele omstanders of voorbijgangers.
Gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die
de duur van het voorarrest overstijgt op zijn plaats zijn. Gelet echter op het reclasseringsrapport
van 12 februari 2019 en hetgeen tijdens de terechtzitting in hoger beroep naar voren is gebracht
over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, ziet het hof aanleiding een groot deel van
de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen en daarnaast een taakstraf op te leggen.
Het hof gaat ervan uit dat de reclassering bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf rekening zal houden met de overuren die de verdachte bij zijn werkgever nog moet werken ter compensatie van het door de werkgever gedurende het voorarrest aan de verdachte doorbetaalde salaris.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf en taakstraf van na te melden duur en hoogte passend en geboden.
Het hof zal, overeenkomstig de rechtbank, de volgende beslissingen nemen ten aanzien van de in beslag genomen goederen die vermeld staan op de beslaglijst:
- -
Apple iPhone: dit voorwerp behoort de verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp het onder 1, tweede alternatief, bewezen geachte is begaan, en dit voorwerp tot het begaan van het onder 2 bewezen geachte is bestemd, zal dit voorwerp verbeurd worden verklaard.
- -
Vuurwerk: nu met betrekking tot deze voorwerpen het onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
- -
Revolver met munitie: nu deze voorwerpen zijn aangetroffen in het onderzoek, en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
- -
Bestelbus en buitenboordmotor: deze voorwerpen behoren niet aan verdachte toe. Niet is vast komen te staan dat er een relatie bestaat tussen deze voorwerpen en de bewezen verklaarde feiten. Evenmin betreft het voorwerpen waarvan het ongecontroleerde bezig in strijd is met de wet of het algemeen belang. De voorwerpen dienen daarom te worden geretourneerd aan de rechtmatige eigenaar. Voor wat betreft de buitenboordmotor is niet bekend wie dat is; dit voorwerp dient daarom te worden bewaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 ten laste gelegde en de beslissing ter zake van het beschikbaar stellen van cobra’s 6 aan [naam 1], zoals ten laste gelegd onder 1.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging, de motivering daarvan en de beslissingen omtrent het beslag en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 70 (zeventig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Apple iPhone.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vuurwerk (1.3g brandbaar) - 25 kg 1 inch 300 shots cake
Vuurwerk (1.3g brandbaar) - 29 kg great final show part a
Vuurwerk 1.1g explosief - 4 dozen x 40 stuks ppo38t/b
Vuurwerk 1.1g explosief - 5 dozen met 20 stuks nitrate
Vuurwerk 1.1g explosief - 70 vuurpijlen salute raket
Vuurwerk 1.1g explosief - 10 pijlen met opdruk zink-2006 zink 001
Vuurwerk 1.1g explosief - doos met oranje bovenkant met firework (min. 20 kg)
Mini revolver zwart.22 in blauwe doos met 10 losse patronen.
Gelast de teruggave aan [naam 2] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Citroen Berlingo 1.6hdi 2009, [kenteken].
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
buitenboordmotor 1008257.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting
hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. S. Clement en mr. A.M. van Amsterdam, in tegenwoordigheid
van mr. N. Keereweer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 20 maart 2019.
Mr. A.M. van Amsterdam is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.