RvdW 2017/489
Proceskosten benadeelde partij en liquidatietarief.
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:653
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02955
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:653, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑05‑2016
- Wetingang
Art. 592a Sv
Essentie
Proceskosten benadeelde partij en liquidatietarief.
De door een benadeelde partij gemaakte kosten van rechtsbijstand zijn geen schade cfm art. 51f Sv en kunnen niet in aanmerking worden genomen bij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het staat de rechter in hoger beroep vrij bij zijn beslissing over de kosten voor rechtsbijstand (art. 592a Sv) een hoger bedrag in aanmerking te nemen dan het bedrag van de in eerste aanleg toegewezen kosten. Redelijke uitleg van art. 592a Sv brengt mee dat bij de begroting van die kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. Maar het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.