Belastingadvies 2019/8.1
De niet onwaarschijnlijke mogelijkheid juist te zijn
Hof Amsterdam 20-12-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:4913
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
20 december 2018
- Zaaknummer
17/00484
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS34473:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2018:4913, Uitspraak, Hof Amsterdam, 20‑12‑2018
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Een besluit van een overheidsorgaan moet berusten op een zorgvuldig onderzoek van de feiten en omstandigheden alvorens het besluit wordt genomen. De vaststelling van een aanslag is ook zo te begrijpen. In dat kader van de voorbereiding op het opleggen van de aanslag heeft de inspecteur om die reden een plicht tot onderzoek. Daartoe moet echter wel voldoende aanleiding bestaan. De hoeksteen van ons fiscaal bestel wordt immers gevormd door het gegeven dat de inspecteur mag uitgaan van de juistheid van de door belastingplichtige stellig, duidelijk en zonder voorbehoud aangedragen gegevens. Maar wanneer moet de inspecteur beginnen met twijfelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.