NJ 2016/57
OM-cassatie. Kosten in directe relatie tot delict die in mindering kunnen worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel.
HR 10-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3264, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/05842
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110701:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3264, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2023, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
OM-cassatie. Het middel gaat ervan uit dat uitsluitend die kosten in mindering mogen worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel die noodzakelijk zijn geweest om het delict mogelijk te maken, hetgeen hier niet het geval is omdat het delict ook kon worden gepleegd zonder de betaling van de belastingbedragen.
Die opvatting kan niet als juist worden aanvaard. Onder kosten die in directe relatie staan tot het delict moeten die kosten worden gerekend die bespaard zouden zijn geweest als het delict niet zou zijn gepleegd (vgl. HR 8 juli 1992, NJ 1993/12). Daartoe kunnen dus ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.