Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen
Artikel 5a
Geldend
Geldend vanaf 22-11-2019
- Bronpublicatie:
12-11-2019, Stcrt. 2019, 63212 (uitgifte: 21-11-2019, regelingnummer: 2657390)
- Inwerkingtreding
22-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2019, Stcrt. 2019, 63212 (uitgifte: 21-11-2019, regelingnummer: 2657390)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
Bij de aanvraag van een beroepspas voor een medewerker van niet-justitiegebonden organisaties als bedoeld in de bijlage bij deze regeling wordt aan de directeur verstrekt:
- a.
door vrijwilligers en medewerkers van een vrijwilligersorganisatie waaraan subsidie in het kader van ondersteuning van gedetineerden door de Minister voor Rechtsbescherming is verleend:
- 1°
een afschrift van het subsidiebesluit voor het desbetreffende jaar;
- 2°
het identiteitsbewijs van de vrijwilliger of medewerker;
- 3°
een bewijs dat de vrijwilliger of medewerker meer dan drie maanden werkzaam is voor de organisatie, en
- 4°
een verklaring omtrent gedrag of een beschrijving getoond gedrag van de desbetreffende vrijwilliger of medewerker.
- b.
door medewerkers van een gemeente in het kader van de re-integratie van een gedetineerde: een afschrift van het identiteitsbewijs.
- c.
door medewerkers van een zorginstelling in het kader van een behandeling van een gedetineerde: een afschrift van het identiteitsbewijs.
2.
De directeur van de divisie Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring kan een beroepspas toekennen aan medewerkers van overige organisaties die door hem zijn goedgekeurd. Aan het toekennen van de beroepspas kan de directeur voorwaarden stellen.
3.
In de huisregels van de extra beveiligde inrichting en in de huisregels van de terroristenafdeling kunnen nadere voorwaarden worden gesteld voor bezoek met de beroepspas.