Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 22-04-2006
- Bronpublicatie:
08-04-2006, Stcrt. 2006, 77 (uitgifte: 20-04-2006, regelingnummer: 5403085/05/DJI)
- Inwerkingtreding
22-04-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2006, Stcrt. 2006, 77 (uitgifte: 20-04-2006, regelingnummer: 5403085/05/DJI)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
Een bezoeker die uit hoofde van zijn ambt of beroep de inrichting bezoekt dient naast een identiteitsbewijs zijn beroepspas als bedoeld in de bijlage bij deze regeling te overleggen.
2.
Nadat aan de hand van het identiteitsbewijs de identiteit van de bezoeker is vastgesteld, wordt op grond van de beroepspas vastgesteld in welke hoedanigheid de bezoeker de inrichting betreedt.
3.
Een bezoeker die uit hoofde van zijn ambt of beroep de inrichting bezoekt en niet tot één van de in de bijlage bij deze regeling genoemde organisaties behoort, dient aan te tonen dat hij in een bepaalde hoedanigheid de inrichting wenst te betreden. Daartoe dient de bezoeker een bewijs van de desbetreffende organisatie dan wel werkgever te overleggen.