WR 2022/21
290-bedrijfsruimte – gebreken: coronacrisis; onvoorziene omstandigheden; geen gebrek; omzetdaling door overheidsmaatregelen; verhindering exploitatie gehuurde; huurkorting volgens vastelastenmethode; verdisconteren TVL; prejudiciële beslissing (vervolg op WR 2021/85, zie ook WR 2022/20)
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1974
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/01584
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Huurprijzen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1974, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:902, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2021
- Wetingang
Art. 7:204 en 6:258 BW
Essentie
290-bedrijfsruimte – gebreken: coronacrisis; onvoorziene omstandigheden; geen gebrek; omzetdaling door overheidsmaatregelen; verhindering exploitatie gehuurde; huurkorting volgens vastelastenmethode; verdisconteren TVL; prejudiciële beslissing (vervolg op WR 2021/85, zie ook WR 2022/20)
Samenvatting
De omstandigheid dat een huurder die voor zijn omzet afhankelijk is van de komst van publiek, als gevolg van overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie de door hem gehuurde 290-bedrijfsruimte niet of slechts in geringe mate kan exploiteren, is bij een huurovereenkomst gesloten voor 15 maart 2020, behoudens concrete aanwijzingen voor het tegendeel, een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in art. 6:258 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.