Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Van de beschikking wordt mededeling gedaan aan de Stichting Pelita. Bij de bekendmaking van de beschikking wordt voorlichting gegeven over de procedure en de voor het bezwaarschrift geldende termijn van behandeling.
2.
De beschikking op een aanvraag krachtens artikel 6 onderscheidenlijk de artikelen 19 en 20 voor zover de overleden deelnemer aan het verzet geen aanspraken op deze wet heeft doen gelden, wordt gegeven binnen negen maanden na de datum waarop de aanvraag is ingekomen. Indien de Raad ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet binnen deze termijn kan beslissen, kan hij eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Van de verlenging doet de Raad schriftelijk mededeling aan de belanghebbende en de Stichting Pelita.
3.
De beschikking op een aanvraag krachtens artikel 26, tweede lid, wordt gegeven binnen zes maanden na de datum waarop de aanvraag is ingekomen. Indien de Raad ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet binnen deze termijn kan beslissen, kan hij eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd. Van de verlenging doet de Raad schriftelijk mededeling aan de belanghebbende en aan de Stichting Pelita.
4.
De beschikking op een aanvraag krachtens artikel 15, artikel 6, voorzover de aanvrager reeds op grond van artikel 26, tweede lid, als deelnemer aan het verzet is erkend, onderscheidenlijk de artikelen 19 en 20 voor zover de overleden deelnemer aan het verzet aanspraken op deze wet heeft doen gelden, wordt gegeven binnen dertien weken na de datum waarop de aanvraag is ingekomen. Indien de Raad of de Sociale verzekeringsbank ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet binnen deze termijn kan beslissen, kan hij eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd. Van de verlenging doet de Raad of de Sociale verzekeringsbank schriftelijk mededeling aan de belanghebbende en de Stichting Pelita.
5.
Met betrekking tot een aanvraag, bedoeld in het derde lid, die wordt ingediend terwijl een aanvraag, bedoeld in het tweede lid, nog in behandeling is geldt, in afwijking van het derde lid, de termijn die resteert voor de beschikking op de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, tenzij de resterende termijn korter is dan de termijn, bedoeld in het derde lid.