Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 200 Visering, registratie en gebruik van bepaalde bewijsmiddelen van de douanestatus van Uniegoederen
Geldend
Geldend vanaf 11-03-2024
- Bronpublicatie:
02-02-2024, PbEU L 2024, 2024/635 (uitgifte: 20-02-2024, regelingnummer: 2024/635)
- Inwerkingtreding
11-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2024, PbEU L 2024, 2024/635 (uitgifte: 20-02-2024, regelingnummer: 2024/635)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 153, lid 2, van het wetboek)
1.
Het bevoegde douanekantoor viseert en registreert de bewijsmiddelen van de douanestatus van Uniegoederen zoals bedoeld in artikel 199, lid 1, onder b) en c), van deze verordening behalve voor gevallen zoals bedoeld in artikel 128, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 en stelt de betrokkene in kennis van het MRN van deze bewijsmiddelen.
2.
Een document waarin de registratie van de bewijsmiddelen als bedoeld in lid 1 wordt bevestigd, wordt op verzoek van de betrokkene door het bevoegde douanekantoor ter beschikking gesteld. Het wordt verstrekt met behulp van het formulier in bijlage 51-01.
3.
De in lid 1 bedoelde bewijsmiddelen worden overgelegd aan het bevoegde douanekantoor waar de goederen worden aangebracht om hun douanestatus van Uniegoederen vast te stellen nadat zij het douanegebied van de Unie weer zijn binnengekomen, onder vermelding van het MRN ervan.
4.
Dat bevoegde douanekantoor ziet toe op het gebruik van de in lid 1 bedoelde bewijsmiddelen, met name om ervoor te zorgen dat de bewijsmiddelen niet worden gebruikt voor andere goederen dan die waarvoor zij zijn afgegeven.