Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/45/EG inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 21-12-2019
- Bronpublicatie:
15-11-2017, PbEU 2017, L 315 (uitgifte: 30-11-2017, regelingnummer: 2017/2108)
- Inwerkingtreding
20-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2017, PbEU 2017, L 315 (uitgifte: 30-11-2017, regelingnummer: 2017/2108)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Vervoersrecht / Zeevervoer
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘internationale verdragen’: de actuele versies van de volgende verdragen, met inbegrip van de protocollen en wijzigingen daarvan:
- i)
het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (het SOLAS-verdrag van 1974), en
- ii)
- b)
‘Intact Stability Code’: de ‘Code inzake de stabiliteit in onbeschadigde toestand voor alle onder de IMO-instrumenten vallende scheepstypen’, als vervat in Resolutie A.749(18) van de algemene vergadering van de IMO van 4 november 1993, of de ‘Internationale Code inzake de stabiliteit in onbeschadigde toestand, 2008’, als vervat in IMO-Resolutie MSC.267(85) van 4 december 2008, in hun bijgewerkte versies;
- c)
‘High Speed Craft Code’: de ‘Internationale code voor de veiligheid van hogesnelheidsvaartuigen’, als goedgekeurd door de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO bij Resolutie MSC.36 (63) van 20 mei 1994, of de ‘Internationale code voor de veiligheid van hogesnelheidsvaartuigen’, (HSC-code van 2000), zoals vastgesteld in IMO-resolutie MSC.97 (73) van december 2000, in de versie die van kracht is;
- d)
‘GMDSS’: het Wereldomvattend Maritiem Satelliet-Communicatiesysteem als beschreven in hoofdstuk IV van het SOLAS-Verdrag van 1974, als gewijzigd;
- e)
‘een passagiersschip’: een schip dat meer dan twaalf passagiers vervoert;
- f)
‘ro-ro-passagiersschip’: een schip dat meer dan twaalf passagiers vervoert en uitgerust is met ro-ro-laadruimten of speciale categorieën ruimten, zoals omschreven in voorschrift II-2/A/2 in bijlage I;
- g)
‘een hogesnelheidspassagiersvaartuig’: een hogesnelheidsvaartuig als omschreven in hoofdstuk X, voorschrift 1, van het SOLAS-Verdrag van 1974, als gewijzigd, dat bestemd is voor het vervoer van meer dan twaalf passagiers; met uitzondering van passagiersvaartuigen op binnenlandse reizen in wateren van de klassen B, C of D, indien:
- i)
hun waterverplaatsing niet groter is dan 500 m3 , en
- ii)
hun maximumsnelheid als gedefinieerd in voorschrift 1.4.30 van de High Speed Craft Code van 1994 en voorschrift 1.4.1938 van de High Speed Craft code van 2000, is minder dan 20 knopen;
- h)
‘een nieuw schip’: een schip waarvan de kiel was gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond op of na 1 juli 1998. Een soortgelijk stadium van de bouw is het stadium waarin:
- i)
de bouw van een bepaald schip begint, en
- ii)
bij het assembleren van het schip reeds 50 ton of 1 % van de geschatte massa van alle bouwmateriaal is gebruikt, waarbij de kleinste van beide massa's in aanmerking wordt genomen;
- i)
‘een bestaand schip’: een schip dat geen nieuw schip is;
- j)
‘leeftijd’: de leeftijd van het schip uitgedrukt in jaren en gerekend vanaf de datum van oplevering;
- k)
‘een passagier’: iedere persoon aan boord met uitzondering van:
- i)
de kapitein en de bemanningsleden of andere personen die in welke hoedanigheid dan ook in dienst of tewerkgesteld zijn aan boord van een schip ten behoeve van dat schip, en
- ii)
een kind beneden de leeftijd van één jaar;
- l)
‘lengte van een schip’: tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, 96 % van totale lengte van de lastlijn op 85 % van de kleinste holte naar de mal, gemeten vanaf de bovenzijde van de kielplaat, dan wel de lengte van de voorzijde van de voorsteven tot aan de hartlijn van de roerkoning op deze lastlijn, als deze laatste groter is. Bij schepen die met stuurlast zijn ontworpen moet de lastlijn waarop de lengte gemeten wordt evenwijdig aan de constructiewaterlijn genomen worden;
- m)
‘boeghoogte’: de boeghoogte als gedefinieerd in voorschrift 39 van het Internationaal Verdrag inzake de uitwatering van schepen van 1966;
- n)
‘voldekschip’: een schip met een over de gehele lengte doorlopend dek dat is blootgesteld aan weer en wind en voorzien is van permanente middelen tot afsluiting van alle openingen in het aan weer en wind blootgestelde gedeelte, terwijl alle openingen daaronder in de zijden van het schip zijn uitgerust met permanente middelen tot een minstens weer- en winddichte afsluiting.
Het doorlopend dek mag een waterdicht dek zijn of een daaraan gelijkwaardige constructie van een niet-waterdicht dek dat volledig bedekt is door een weer- en winddichte constructie die sterk genoeg is om de weer- en winddichtheid te handhaven en uitgerust is met middelen tot weer- en winddichte afsluiting;
- o)
‘internationale reis’: een reis over zee van een haven in een lidstaat naar een haven buiten die lidstaat of omgekeerd;
- p)
‘binnenlandse reis’: een reis in zeegebieden van een haven van een lidstaat naar dezelfde of een andere haven binnen die lidstaat;
- q)
‘zeegebied’: een zeegebied of zeeroute als vastgesteld volgens artikel 4;
Voor de toepassing van de bepalingen inzake radiocommunicatie gelden de omschrijvingen van zeegebieden als gegeven in hoofdstuk IV, voorschrift 2, van het SOLAS-Verdrag van 1974, als gewijzigd;
- r)
‘havengebied’: een gebied als omschreven door de lidstaat dat er jurisdictie over heeft, dat niet op grond van artikel 4 als zeegebied is aangewezen en zich uitstrekt tot aan de buitenste permanente havenwerken die een integrerend deel vormen van de haven, of tot aan de grenzen die zijn bepaald door natuurlijke geografische elementen die een estuarium of een soortgelijk beschermd gebied beschutten;
- s)
vervallen;
- t)
‘administratie van de vlaggenstaat’: de bevoegde autoriteiten van de staat onder welks vlag het schip of vaartuig gerechtigd is te varen;
- u)
‘havenstaat’: een lidstaat naar of vanuit welks haven(s) een onder een andere vlag dan die van die lidstaat varend schip of vaartuig binnenlandse reizen onderneemt;
- v)
‘erkende organisatie’: een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1) erkende organisatie;
- w)
‘een mijl’: 1 852 meter;
- x)
‘significante golfhoogte’: de gemiddelde hoogte van de golven in het hoogste drieëndertig-percentiel van de in een bepaalde periode gemeten golfhoogteverdeling;
- y)
‘personen met verminderde mobiliteit’: personen voor wie het gebruik van het openbaar vervoer bijzondere moeilijkheden meebrengt, met inbegrip van ouderen, personen met een handicap, personen met zintuiglijke beperkingen, rolstoelgebruikers, zwangere vrouwen, en personen die kleine kinderen begeleiden;
- z)
‘zeilschip’: een schip dat door zeilen wordt voortgestuwd, zelfs indien het over een mechanische nood- of hulpkrachtbron beschikt;
- za)
‘gelijkwaardig materiaal’: aluminiumlegering of elk ander niet-brandbaar materiaal waarvan de kenmerken inzake materiaalstructuur en -integriteit — hetzij uit zichzelf, hetzij dankzij de aanwezige isolatie — aan het einde van de van toepassing zijnde standaardbrandproef gelijkwaardig zijn aan die van staal;
- zb)
‘standaardbrandproef’: een proef waarbij gedeelten van de betrokken schotten of dekken in een proefoven worden blootgesteld aan temperaturen die ongeveer overeenkomen met de standaard tijdtemperatuurkromme overeenkomstig de testmethode die gespecificeerd is in de International Code for Application of Fire Test Procedures, vervat in de meest recente versie van IMO-resolutie MSC.307(88) van 3 december 2010;
- zc)
‘traditioneel schip’: elk type historisch passagiersschip dat voor 1965 is ontworpen, alsmede replica's daarvan, die hoofdzakelijk met de originele materialen zijn gebouwd, waaronder schepen die zijn ontworpen ter ondersteuning en promotie van traditionele ambachten en zeemanschap, die samen fungeren als levend cultureel erfgoed en worden geëxploiteerd overeenkomstig de traditionele zeemanstechnieken en -beginselen;
- zd)
‘plezierjacht of pleziervaartuig’: vaartuig dat niet voor handelsdoeleinden wordt gebruikt, ongeacht de voortstuwingsmiddelen;
- ze)
‘tender’: een door een schip vervoerde boot die wordt gebruikt voor de overbrenging van meer dan 12 passagiers tussen een schip dat voor anker ligt en de wal, en terug;
- zf.
‘offshoredienstschip’: een schip dat wordt gebruikt om industrieel personeel te vervoeren en te herbergen dat aan boord geen werk verricht dat essentieel is voor de exploitatie van het schip;
- zg)
‘offshoredienstvaartuig’: een vaartuig dat wordt gebruikt om industrieel personeel te vervoeren en te herbergen dat aan boord geen werk verricht dat essentieel is voor de exploitatie van het vaartuig;
- zh)
‘ingrijpende reparaties, aanpassingen en wijzigingen’: een van de volgende ingrepen:
- —
elke wijziging waardoor de afmetingen van een schip aanzienlijk worden gewijzigd, zoals de verlenging door de toevoeging van een extra middenstuk,
- —
elke wijziging waardoor de passagierscapaciteit van een schip aanzienlijk wordt gewijzigd, zoals de ombouw van een voertuigdek tot passagiersaccommodatie,
- —
elke wijziging die de levensduur van een schip aanzienlijk verlengt, zoals het vernieuwen van de passagiersaccommodatie op een volledig dek,
- —
elke ombouw van een willekeurig type schip tot passagiersschip.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 11).