AB 2014/412
Huisvestingswet. Bewijslast en bewijsmaatstaf bij bestuurlijke boetes. Voordeel van de twijfel.
ABRvS 17-09-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3446, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
17 september 2014
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, A.W.M. Bijloos, H. Bolt
- Zaaknummer
201402729/1/A3
- Noot
R. Stijnen
- JCDI
JCDI:ADS919411:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bouwrecht / Woonrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:3446, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17‑09‑2014
- Wetingang
Art. 6 lid 2 EVRM; art. 7, 85a Huisvestingswet
Essentie
Huisvestingswet. Bewijslast en bewijsmaatstaf bij bestuurlijke boetes. Voordeel van de twijfel.
Samenvatting
Gelet op de waarborgen die voortvloeien uit art. 6 lid 2 EVRM, geldt als uitgangspunt dat op het bestuursorgaan de bewijslast rust van een overtreding. De rechtbank heeft dit terecht onderkend. In geval van twijfel dient aan de betrokkene het voordeel van de twijfel te worden gegund (vergelijk overweging 4.8.3 van het arrest van de Hoge Raad van 15 april 2011 in zaak nr. 09/03075, ECLI:NL:HR:2011:BN6324, BNB 2011/206).
Met de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.