Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937
Artikel 83 Beoordeling van voorgenomen verwervingen van aanbieders van cryptoactivadiensten
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1114)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Informatierecht / ICT
1.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon of alle dergelijke in onderlinge overeenstemming handelende personen (de ‘voorgenomen verwerver’) die hebben besloten om direct of indirect een gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten te verwerven, dan wel direct of indirect een dergelijke gekwalificeerde deelneming te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of de aandelen in het kapitaal 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt of waardoor die aanbieder van cryptoactivadiensten hun dochteronderneming wordt, geven de bevoegde autoriteit van die aanbieder van cryptoactivadiensten daarvan schriftelijk kennis, met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de informatie die uit hoofde van de overeenkomstig artikel 84, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen vereist is.
2.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten direct of indirect zijn gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten te vervreemden, geeft alvorens die deelneming te vervreemden, de bevoegde autoriteit schriftelijk kennis van zijn besluit en vermeldt de omvang van dergelijke deelneming. Die persoon stelt de bevoegde autoriteit ook in kennis indien hij heeft besloten de omvang van een gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder 10 %, 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de aanbieder van cryptoactivadiensten niet langer zijn dochteronderneming is.
3.
De bevoegde autoriteit zendt onmiddellijk en hoe dan ook binnen twee werkdagen na ontvangst van een kennisgeving krachtens lid 1 daarvan een schriftelijke ontvangstbevestiging.
4.
De bevoegde autoriteit beoordeelt de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorgenomen verwerving en de informatie die is vereist op grond van de overeenkomstig artikel 84, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen binnen 60 werkdagen vanaf de datum van de in lid 3 van dit artikel bedoelde schriftelijke ontvangstbevestiging. Wanneer de bevoegde autoriteit de ontvangst van de kennisgeving bevestigt, deelt zij de voorgenomen verwerver de datum mee waarop de beoordelingsperiode afloopt.
5.
Voor de toepassing van de in lid 4, bedoelde beoordeling kan de bevoegde autoriteit de autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering en de financiële-inlichtingeneenheden raadplegen en houdt zij naar behoren rekening met hun standpunten.
6.
Wanneer de bevoegde autoriteit de in lid 4 bedoelde beoordeling uitvoert, kan zij van de voorgenomen verwerver alle aanvullende informatie verlangen die noodzakelijk is om die beoordeling af te ronden. Een dergelijk verzoek moet worden gedaan voordat de beoordeling is afgerond, en hoe dan ook uiterlijk op de vijftigste werkdag na de datum van de in lid 3 bedoelde schriftelijke ontvangstbevestiging. Dergelijke verzoeken worden schriftelijk gedaan en vermelden welke aanvullende informatie nodig is.
De bevoegde autoriteit schorten de in lid 4 bedoelde beoordelingsperiode op totdat zij de in de eerste alinea van dit lid bedoelde aanvullende informatie heeft ontvangen. De opschorting duurt ten hoogste 20 werkdagen. Verdere verzoeken van de bevoegde autoriteit om extra informatie of om verduidelijking van de ontvangen informatie resulteren niet in een verdere opschorting van de beoordelingsperiode.
De bevoegde autoriteit mag de in de tweede alinea van dit lid bedoelde opschorting met maximaal 30 werkdagen verlengen indien de voorgenomen verwerver zich buiten de Unie bevindt of door het recht van een derde land wordt gereguleerd.
7.
Een bevoegde autoriteiten die, na afronding van de in lid 4 bedoelde beoordeling besluit zich te verzetten tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving, stelt de voorgenomen verwerver daarvan in kennis binnen twee werkdagen en in elk geval vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 6, tweede en derde alinea. De kennisgeving geeft de redenen voor een dergelijk besluit.
8.
Indien de bevoegde autoriteit zich niet tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving verzet vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 6, tweede en derde alinea, wordt de voorgenomen verwerving geacht te zijn goedgekeurd.
9.
De bevoegde autoriteit mag voorzien in een maximumtermijn voor de voltooiing van de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving en deze zo nodig verlengen.