NJ 2014/36
Dwangbevel tot betaling strafrechtelijke boete; verzet tegen tenuitvoerlegging ingevolge art. 575 lid 3 Sv of tegen verhaal ingevolge art. 576 lid 6 Sv; met voldoende waarborgen omklede rechtsgang; niet-ontvankelijkheid vordering bij civiele rechter.
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2046, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/04282
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS127759:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2046, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:919, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
Dwangbevel tot betaling strafrechtelijke boete; verzet tegen tenuitvoerlegging ingevolge art. 575 lid 3 Sv of tegen verhaal ingevolge art. 576 lid 6 Sv; met voldoende waarborgen omklede rechtsgang; niet-ontvankelijkheid vordering bij civiele rechter.
Het verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel ingevolge art. 575 lid 3 Sv of tegen het verhaal ingevolge art. 576 lid 6 Sv kan vanaf de aanvang van de tenuitvoerlegging respectievelijk het verhaal worden gedaan. De geëxecuteerde behoeft derhalve geen beslaglegging af te wachten, maar kan verzet doen zodra hij door de betekening van het dwangbevel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.