Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 25 octies Algemene onderzoeken
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2019, PbEU 2019, L 322 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: 2019/2099)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Om haar taken krachtens deze verordening te vervullen, kan ESMA de nodige onderzoeken verrichten naar tier 2-CTP's en gelieerde derden waaraan die CTP's operationele taken, diensten of activiteiten hebben uitbesteed. In dit verband zijn de functionarissen van ESMA en andere door ESMA gemachtigde personen bevoegd om:
- a)
alle vastleggingen, gegevens, procedures en ander materiaal te onderzoeken die relevant zijn voor het vervullen van hun taken, ongeacht de aard van de informatiedrager;
- b)
voor echt gewaarmerkte kopieën of uittreksels te maken of te verkrijgen van dergelijke vastleggingen, gegevens, procedures en ander materiaal;
- c)
alle tier 2-CTP's of hun vertegenwoordigers of personeelsleden op te roepen en te verzoeken om mondelinge of schriftelijke toelichting bij feiten of documenten met betrekking tot het onderwerp en het doel van de inspectie, en de antwoorden op te tekenen;
- d)
alle andere natuurlijke of rechtspersonen te horen die daarin toestemmen, om informatie betreffende het onderwerp van een onderzoek te verzamelen;
- e)
overzichten van telefoon- en dataverkeer op te vragen.
De in artikel 25, lid 3, punt f) bedoelde centrale banken van uitgifte kunnen op gemotiveerd verzoek aan ESMA deelnemen aan die onderzoeken indien die relevant zijn voor de uitoefening van hun monetaire beleidstaken.
Het in artikel 25 quater bedoelde college voor CTP's uit derde landen wordt zonder onnodige vertraging in kennis gesteld van bevindingen die van belang kunnen zijn voor de uitoefening van zijn taken.
2.
De door ESMA ten behoeve van de in lid 1 bedoelde onderzoeken gemachtigde functionarissen en andere personen oefenen hun bevoegdheden uit na overlegging van een schriftelijke machtiging waarin het onderwerp en het doel van het onderzoek zijn vermeld. In die machtiging worden tevens de dwangsommen vermeld die overeenkomstig artikel 25 duodecies worden opgelegd indien de vereiste vastleggingen, gegevens, procedures of ander materiaal of de antwoorden op aan tier 2-CTP's gestelde vragen niet of onvolledig worden verstrekt, alsmede de geldboeten die overeenkomstig artikel 25 undecies in combinatie met bijlage III, punt V, punt b), worden opgelegd indien de antwoorden op aan tier 2-CTP's gestelde vragen onjuist of misleidend zijn.
3.
Tier 2-CTP's zijn verplicht zich aan op grond van een besluit van ESMA ingestelde onderzoeken te onderwerpen. Het besluit vermeldt het onderwerp en het doel van het onderzoek, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 25 duodecies van deze verordening worden opgelegd, de krachtens Verordening (EU) nr. 1095/2010 beschikbare rechtsmiddelen en het recht om bij het Hof van Justitie tegen het besluit in beroep te gaan.
4.
Alvorens een tier 2-CTP van een onderzoek in kennis te stellen, brengt ESMA de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land waar het onderzoek moet plaatsvinden op de hoogte van het onderzoek en van de identiteit van de gemachtigde personen. Die gemachtigde personen kunnen, op verzoek van ESMA, bij het vervullen van hun taken worden bijgestaan door functionarissen van de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land. Functionarissen van de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land mogen ook bij de onderzoeken aanwezig zijn. Overeenkomstig dit artikel in een derde land gevoerde onderzoeken worden gevoerd op grond van de met de betrokken bevoegde autoriteit van het derde land gesloten samenwerkingsovereenkomsten.