NJ 2018/245
Toereikend bewijs opzet bij poging doodslag.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/04845
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124525:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:710, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:457, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2017
- Wetingang
Art. 287 Sr
Essentie
Toereikend bewijs opzet bij poging doodslag.
Het hof kon oordelen dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet had op de dood van het slachtoffer op grond van de omstandigheden dat hij haar, bij een roofoverval in haar woning, welbewust en doelgericht enkele malen hard met zijn vuist op haar hoofd, een kwetsbaar lichaamsdeel, heeft geslagen, terwijl hij wist dat zij op leeftijd was en dus een fragieler gestel had dan de gemiddelde persoon en dat zij net was opgestaan na een eerdere val door een duw van de verdachte, alsmede dat het toegepaste geweld aanzienlijk was, hetgeen bevestiging vindt in ...