V-N Vandaag 2020/1504
Nederlandse Rijnvarende is volgens A-G verzekerd in Nederland
HR (A-G) 07-05-2020, ECLI:NL:PHR:2020:238
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
7 mei 2020
- Zaaknummer
19/02988
19/04698
19/04835
19/04609
19/04564
19/04565
19/04566
19/04567
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1237, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1236, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1150, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1244, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1238, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1242, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1235, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1151, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:446, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:238, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2020
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat X terecht in de premieheffing is betrokken. De A-G overweegt daarbij dat een Rijnvaartverklaring geen constitutief vereiste is voor premieheffing.
Samenvatting
Belanghebbende, X, woont in Nederland en werkt in dienstbetrekking bij A, een Luxemburgs uitzendbureau. X voert werkzaamheden uit op schepen waarvoor een Rijnvaartverklaring is afgegeven. De eigenaren van de schepen zijn in Nederland gevestigd. In geschil is of X in de jaren 2007 - 2009 in Nederland verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen. X stelt dat hij in Luxemburg verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen. Hij acht daarbij een door Luxemburg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.