Einde inhoudsopgave
Regeling Jeugdwet
Artikel 8c
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, Stcrt. 2018, 68315 jo Stcrt. 2019, 14678 (uitgifte: 19-03-2019, regelingnummer: 1473319-186499-WJZ)
27-11-2018, Stcrt. 2018, 68315 jo Stcrt. 2019, 14678 (uitgifte: 10-12-2018, regelingnummer: 1431181-182536-WJZ)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2018, Stcrt. 2018, 68315 (uitgifte: 10-12-2018, regelingnummer: 1431181-182536-WJZ)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
1.
In afwijking van artikel 8b, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en het vierde en vijfde lid van dat artikel, kan de Sociale verzekeringsbank rechtstreeks aan de persoon aan wie het persoonsgebonden budget is verstrekt, betalen:
- a.
door die persoon gemaakte vervoerskosten; of
- b.
een verantwoordingsvrij bedrag voor jeugdhulp.
2.
In afwijking van artikel 8b, tweede, vijfde lid, en zesde lid, onderdelen d en e, ontvangt de Sociale verzekeringsbank een verzoek om een verantwoordingsvrij bedrag voor jeugdhulp voor het eindigen van de beschikking, bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de wet, van de persoon aan wie het persoonsgebonden budget is verstrekt.
3.
De Sociale verzekeringsbank verricht betalingen, indien de declaratie voor vervoerskosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of het verzoek, bedoeld in het tweede lid, is opgesteld met gebruikmaking van een model dat door de Sociale verzekeringsbank daartoe beschikbaar is gesteld.