JWB 2012/593
Burgerlijk procesrecht
HR 14-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY1884
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2012
- Zaaknummer
11/02926
- LJN
BY1884
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY1884, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY1884, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2012
- Wetingang
Art. 401b Rv
Essentie
Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
Deze zaak betreft onverschuldigde betaling aan een minderjarige. In cassatie wordt de vraag aan de orde gesteld hoe het begrip 'in de macht van de wettelijke vertegenwoordiger' als bedoeld in art. 6:209 BW moet worden uitgelegd.
Rechtsvraag
Hoe dient het begrip 'in de macht van de wettelijke vertegenwoordiger' als bedoeld in art. 6:209 BW te worden uitgelegd?
Beslissing
De Hoge Raad verklaart de Gemeente niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep. De Gemeente is in hoger beroep niet verschenen en het arrest van het hof is gelet daarop bij verstek gewezen. Om die reden stond voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.