Einde inhoudsopgave
Landelijk Strafprocesreglement voor de afdelingen strafrecht van de gerechten en het openbaar ministerie
6.1 Raadkamer gevangenhouding
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
19-11-2018, Stcrt. 2018, 64607 (uitgifte: 19-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2018, Stcrt. 2018, 64607 (uitgifte: 19-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Appointeringw, planning en voorbereiding
- 6.1.1.
De afdeling strafrecht van de rechtbank appointeert zaken ten behoeve van de raadkamer gevangenhouding.
- 6.1.2.
De dossiers ten behoeve van de raadkamer gevangenhouding, alsmede vorderingen op grond van artikel 67b Sv, worden ten minste twee werkdagen vóór de behandeling aan de strafgriffie van de rechtbank en aan de advocaat aangeboden.
- 6.1.3.
Aanvullende stukken ten behoeve van de raadkamer gevangenhouding worden uiterlijk om 10.00 uur op de dag vóór de behandeling aan de strafgriffie van de rechtbank en aan de advocaat aangeboden.
- 6.1.4.
Gelijktijdige behandeling van een verzoekschrift (van de advocaat) op de raadkamer gevangenhouding kan plaatsvinden wanneer dit verzoekschrift uiterlijk om 15.00 uur op de dag vóór de behandeling aan de strafgriffie van de rechtbank wordt aangeboden. Het verzoekschrift wordt door de strafgriffie van de rechtbank, direct na ontvangst, aan het openbaar ministerie verstrekt.
- 6.1.5.
Indien de verdachte of, in geval van een minderjarige verdachte diens ouder(s) / verzorger(s), de Nederlandse taal onvoldoende machtig is draagt het openbaar ministerie zorg voor oproeping van een tolk.
Administratieve verwerking van de raadkamerbehandeling
- 6.1.6.
De strafgriffie van de rechtbank draagt er zorg voor dat alle stukken die onder verantwoordelijkheid van de rechtbank worden opgemaakt en aan het dossier worden toegevoegd, uiterlijk binnen 1 werkdag na onverwijlde vaststelling en ondertekening worden verstrekt aan de officier van justitie en de advocaat.