NJ 2019/396
Staatsregeling Curaçao. Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao. Bevoegdheden Rekenkamer; onderzoek bij vennootschap waarvan Land meerderheidsaandeelhouder is; personen met rekenplicht (art. 19 LvARC); personen met informatieplicht (art. 41 leden 1 en 2 LvARC); geen zelfstandige bevoegdheidsgrondslag in art. 30 LvARC.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/01792
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Noot
G. van Solinge
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS91767:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1999, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Staatsregeling Curaçao. Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao. Bevoegdheden Rekenkamer; onderzoek bij vennootschap waarvan Land meerderheidsaandeelhouder is; personen met rekenplicht (art. 19 LvARC); personen met informatieplicht (art. 41 leden 1 en 2 LvARC); geen zelfstandige bevoegdheidsgrondslag in art. 30 LvARC.
Samenvatting
De taak van de Rekenkamer als bedoeld in art. 68 lid 2 Staatsregeling van Curaçao en art. 1 Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao (LvARC) kan kort worden weergegeven als controle op het beheer van de publieke middelen. De LvARC onderscheidt tussen rekenplichtigen (art. 19 LvARC) en informatieplichtigen ...