RvdW 2011/639
Medeplegen invoer cocaïne en medeplegen voorbereiding invoer cocaïne. HR: art. 81 RO.
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3031
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/01627
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BQ3031
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3031, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3031, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2011
Essentie
Medeplegen invoer cocaïne en medeplegen voorbereiding invoer cocaïne. HR: art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 juli 2009, nummer 23/001949-08, in de strafzaak tegen: [Verdachte 4]. Adv. mr. J. Goudswaard en mr. I. van Straalen, beiden te 's‑Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vegter:
1.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 2 juli 2009 verdachte wegens 1. en 2. telkens opleverende ‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.