Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de sociale zekerheid van rijnvarenden (herzien)
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
30-11-1979, Trb. 1981, 43 (uitgifte: 02-03-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Indien de door het orgaan van de verblijf- of woonplaats toegepaste wetgeving meer dan een verzekeringsregeling voor ziekte of moederschap kent, worden in de gevallen, bedoeld in artikel 16, eerste en derde lid, artikel 17, eerste en tweede lid, artikel 18, eerste en tweede lid, artikel 20, eerste lid en artikel 21, tweede, vierde en zesde lid, de voor het verlenen van verstrekkingen van toepassing zijnde bepalingen van de regeling die voor de in loondienst zijnde rijnvarenden geldt, gevolgd.
2.
Indien de wetgeving van een Verdragsluitende Partij de toekenning van prestaties afhankelijk stelt van een voorwaarde met betrekking tot de oorsprong van de aandoening, mag deze voorwaarde niet gesteld worden aan de personen op wie dit Verdrag van toepassing is, ongeacht de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zij wonen.
3.
Indien het recht van een rijnvarende of een pensioen- of rentetrekker op een prothese, op hulpmiddelen van grote omvang of op andere belangrijke verstrekkingen ten behoeve van hemzelf of van een van zijn gezinsleden door het orgaan van een Verdragsluitende Partij is erkend vóór zijn aansluiting bij het orgaan van een andere Verdragsluitende Partij, krijgt hij deze verstrekkingen voor rekening van eerstbedoeld orgaan, zelfs indien zij eerst worden toegekend wanneer betrokkene reeds bij het tweede orgaan is aangesloten.
4.
Indien de wetgeving van een Verdragsluitende Partij het verlenen van verstrekkingen aan de gezinsleden van een rijnvarende, aan een werkloze, aan een aanvrager van en een rechthebbende op een pensioen of rente, alsmede aan hun gezinsleden, afhankelijk stelt van de voorwaarde dat zij persoonlijk verzekerd zijn, zijn de artikelen 16, 17, 18, 20 en 21 slechts op hen van toepassing, indien zij persoonlijk aangesloten zijn bij een orgaan van deze Partij, dat verstrekkingen verleent.