NJB 2020/898
Aangenomen moet worden dat een gebruiker van een woning (zoals een huurder) die een op zijn naam gestelde WOZ-beschikking heeft ontvangen, een (proces)belang heeft bij (een rechtsmiddel tegen) die beschikking. Een heffingsambtenaar is niet verplicht om een WOZ-beschikking te nemen t.a.v. een gebruiker, indien die gebruiker geen belang heeft bij die beschikking; volstaan kan worden met verzending aan de gebruiker van een afschrift van de WOZ-beschikking t.a.v. een gerechtigde (zoals een eigenaar)
HR 20-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:467
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2020
- Magistraten
Mrs. Fierstra, Wortel en Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/03552
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2020:467, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Aangenomen moet worden dat een gebruiker van een woning (zoals een huurder) die een op zijn naam gestelde WOZ-beschikking heeft ontvangen, een (proces)belang heeft bij (een rechtsmiddel tegen) die beschikking. Een heffingsambtenaar is niet verplicht om een WOZ-beschikking te nemen t.a.v. een gebruiker, indien die gebruiker geen belang heeft bij die beschikking; volstaan kan worden met verzending aan de gebruiker van een afschrift van de WOZ-beschikking t.a.v. een gerechtigde (zoals een eigenaar)
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.1.2
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een op zijn naam gestelde beschikking uitgereikt als bedoeld in artikel 22 Wet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.