NJ 2017/421
Overeenkomst van opdracht; verschuldigdheid cursusgeld op grond van annuleringsbeding in algemene voorwaarden; onredelijk bezwarend beding in zin art. 6:233 onder a BW?; maatstaf; aansluiting bij art. 7:411 BW.
HR 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2775
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/03149
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154330:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2775, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2016
- Wetingang
Richtlijn 93/13/EEG; art. 6:233, 7:400, 7:408, 7:411, 7:413 BW
Essentie
Overeenkomst van opdracht; verschuldigdheid cursusgeld op grond van annuleringsbeding in algemene voorwaarden; onredelijk bezwarend beding in zin art. 6:233 onder a BW?; maatstaf; aansluiting bij art. 7:411 BW.
Bij de beantwoording van de vraag of het annuleringsbeding ten nadele van de consument een ‘aanzienlijke verstoring van het evenwicht’ tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen veroorzaakt, heeft het hof aansluiting gezocht bij art. 7:411 BW en is het tot het oordeel gekomen dat het annuleringsbeding in de verhouding tussen de cursist en de onderwijsinstelling onredelijk bezwarend is in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.